woensdag

Herhaling perfectum - verba van beweging

Invuloefening

  • Sommige verba zijn verba van beweging, andere niet.
  • Sommige verba zijn regelmatig, andere zijn onregelmatig.
  1. Zij .................. vorige week naar Spanje (vliegen) ............................................ .
  2. .................. jij gisteren in het park (wandelen) .....................................?
  3. Vanmorgen .................. ik naar mijn vader (telefoneren) .............................. .
  4. Waarom .................. je (terugrijden) ........................................ ?
  5. Poonam .................. de bal naar haar zus (gooien) ........................ .
  6. Hij heeft me niet begroet, hij ............ gewoon (voorbijlopen) .............................. .
  7. De buurvrouw .................. een lelijk woord naar haar (roepen) ......................... .
  8. Ik .................. gisteren heel lang (zwemmen) ................................. in het zwembad.
  9. Vandaag .................. ik al naar school (fietsen) .................... .
  10. .................... jullie gisteren ook naar die film op t.v. (kijken) ........................................?
  11. ................... jij een e-mail (sturen) ................................. naar je vrienden?
  12. Er zat een lek in het dak, dus .......... ik op het dak (klimmen) ............................ .
  13. Ze .................. bij de vorige halte (afstappen) .............................. .
  14. Wij .................. altijd naar onze ouders (luisteren) ........................................
  15. Ze .................. vorige week de trein naar Amsterdam (nemen) …………………………………. .
  16. De boot .................. naar de overkant (varen) ................................... .
  17. Ze ............... vanmorgen (afreizen) ........................................ .
  18. Die ex-cursist ................... gisteren nog naar jou (vragen) .......................................
  19. Hij ................... uit de boom (springen) ....................................... .
  20. Ik voelde me niet goed, dus ................... ik naar de dokter (gaan) .....................................


Geen opmerkingen:

Een reactie posten